De normen van de MVO-wijzer


De MVO-Wijzer toetst de onderstaande MVO-Normen (versie 3.0). Alle normen met een * mogen beargumenteerd uitgesloten worden.

 

 

 

 

1. Gedragscode (interne eisen)

De organisatie heeft een gedragscode waarin onder andere is opgenomen:

a. dat zij niet discrimineert

b. dat zij transparant en integer is

c. dat zij rekening houdt met haar belanghebbenden, de sociale en natuurlijke omgeving

d. dat zij wet- en regelgeving en haar eigen (beleids)afspraken respecteert

e. dat zij verantwoordelijk en aanspreekbaar is voor de gevolgen van haar handelen

f. dat zij periodiek de naleving van de gedragscode toetst

g. hoe omgegaan wordt met het niet naleven van de gedragscode


 

2. Wet- en regelgeving (externe eisen)


De organisate:

a. heeft inzichtelijk aan welke externe eisen/ wet- en regelgeving zij moet voldoen

b. heeft geborgd dat wijzigingen in externe eisen doorgevoerd worden

c. toetst zelf (laat toetsen) periodiek of zij voldoet aan de externe eisen

d. is lid van een brancheorganisatie*

e. werkt met een ISO of HKZ of INK(-gerelateerd) managementmodel

f. houdt waar mogelijk rekening met mensenrechten

g. werkt volgens de wet- en regelgeving


 

3. Goed bestuur

De organisatie:

a. heeft in haar visie/ missie vastgelegd wat zij onder MVO/Duurzaamheid verstaat

b. heeft deze visie/ missie vertaald in (meer)jaarplannen en doelstellingen

c. heeft in kaart welke (belangrijke) partijen een negatieve of positieve invloed hebben op de bedrijfsvoering

d. heeft de (bedrijfs)risico's in kaart gebracht en beheersplannen vastgelegd

e. heeft de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastgelegd

f. heeft een financiële planning- en controlcyclus vastgelegd

g. werkt volgens het principe PLAN, DO, CHECK, ACT (continue verbeteren en/of innovatie)

h. neemt de wensen van haar belanghebbenden mee in haar besluitvorming

i. toetst periodiek via een MVO zelfevaluatie of MVO een integraal onderdeel vormt van de bedrijfsvoering en of doelstellingen zijn behaald

j. geeft op directieniveau zelf het goede voorbeeld op het gebied van MVO


 

4. Personeelsbeleid


De organisatie:

a. heeft een visie op het gebied van personeelsbeleid

b. vraagt naar houding t.a.v. MVO aan sollicitanten

c. heeft voor elke medewerker een (door beide partijen) getekende arbeidsovereenkomst

d. heeft het thema MVO opgenomen in het inwerkprogramma

e. biedt scholingsmogelijkheden die aansluiten bij de functie

f. heeft een formele overlegstructuur

g.heeft Arbo-beleid vastgelegd

h. houdt jaarlijks functionerings- en/ of beoordelingsgesprekken

i. heeft een personeelsvertegenwoordiging conform de Wet Ondernemingsraden

j. heeft afspraken betreffende het omgaan met klachten van medewerkers

k. zorgt goed voor haar personeel (incl. stagiaires, vrijwilligers en derden)


 

5. Klantenbeleid


De organisatie:

a. heeft een productbeschrijving(en) (incl. prijzen) voor (potentiële) klanten

b. gebruikt algemene voorwaarden

c. heeft door beide partijen getekend contract

d. communiceert in overleg met de klant bij contractwijzigingen en legt dit vast

e. levert alleen producten/diensten die veilig en niet-schadelijk zijn voor de gezondheid van de klant

f. levert een instructie c.q. beschrijving randvoorwaarden voor het gebruik van het product/de dienst aan de klant*

g. gebruikt hulpmiddelen die van een certificaat en/ of van een keurmerk zijn voorzien*

h. heeft vastgelegd op welke manier ze met nazorg omgaat

i. heeft een klachtenprocedure vastgelegd

j. heeft klantinspraak geregeld

k. gaat op een goede manier met klanten om


 

6. Omgevingsbeleid


De organisatie:


a. heeft beleid op welke manier zij een positieve bijdrage levert aan de sociale en economische ontwikkeling van de gemeenschap/omgeving

b. heeft aantoonbare relaties met de sociale omgeving/ lokale bedrijvigheid/onderwijs/belangengroepen t.b.v. ontwikkeling van de gemeenschap/omgeving

c. houdt bij investeringen rekening met economische, milieukundige en sociale invloeden op de omgeving

d. neemt bij voorkeur personeel uit de omgeving aan

e. biedt stageplaatsen aan*

f. gaat op een goede manier om met de omgeving

 

7. Ketenbeleid


De organisatie:


a. heeft een beleid dat gericht is een win-win situatie met ketenpartners

b. gebruikt haar invloed ten goede en zal anderen geen tekort doen

c. gaat eerlijke competitie aan

d. bespreekt het thema duurzaamheid met haar ketenpartners

e. geeft zelf het goede voorbeeld in de keten m.b.t. duurzaamheid

f. respecteert de eigendomsrechten van anderen (zoals copyright, trademark etc.)

g. gaat op een goede manier om met de organisaties in de keten

 

 

8. Milieubeleid


De organisatie:


a. heeft vastgesteld milieubeleid

b. koopt zoveel mogelijk duurzame en milieuvriendelijke producten en diensten in

c. gaat zo zuinig mogelijk met energie, water en materialen om

d. neemt maatregelen om schade aan het milieu te beperken

e. treft maatregelen om na gebruik producten/ materialen veilig af te breken.

f. maakt medewerkers en andere belanghebbenden bewust van het milieu

g. geeft op managementniveau zelf het goed voorbeeld op het gebied van duurzaamheid

h. gaat op een goede manier om met het milieu



9. Communicatie

De organisatie:

a. heeft een organogram

b. heeft een overlegstructuur die past bij de organisatie

c. heeft een structuur waarin informatie op adequate wijze wordt doorgegeven door aan medewerkers (intern)

d. heeft een structuur waarin informatie op adequate wijze wordt doorgegeven door aan belanghebbenden (extern)

e. heeft een communicatie strategie / plan

f. heeft communicatie opgenomen in het kwaliteitssysteem

g. heeft een inzichtelijke structuur, de functies zijn duidelijk en het product is inzichtelijk

h geeft tijdig die informatie door die belangrijk is voor de medewerker

 

 

 

Download de PDF met De normen van de MVO-wijzer